donderdag 24 februari 2022

Joris Clomp was ook veehouder

Oud-rechterlijke en weeskamer archieven Hoogwoud-Aartswoud 

[5508/144] 15-12-1761 attest ter requisitie van Joris Clomp*, burgermr. Spanbroek (geïmproviseerde transcripte) [*vader van Maartje Clomp (1762-1808), gehuwd met Jan Ott (1758-1810)]


... Antonij de Vries oud ruijm 60 jaaren en Lijsbeth Dirks jongedochter oud omtrent 24 jaaren beijde onder de heerlijkheijdt van Spanbroek woonachtigh dogh zijnde althans hier ter steede en aan ons scheepenen bekent —
dewelke ter requisitie van den heer Joris Clomp burgermr. & subst. secret. der steede en heerlijkheijd Spanbroek voorz. & aldaar woonagtigh — verklaarden hoe waar & waaragtigh is dat sij deposanten zigh op zaterdagh den 14e november jongstleeden — hebben bevonden ten huijse van genoemde burgermr. Clomp en dat sij deposanten hebben gesien dat als dan meede savonds omtrent seeven uuren aldaar is ingekoomen de persoon van Jan Louwrensz hospes ind'herberge 't Nieuw Kromhout te Opmeer & vaarende als ordinaris schipper van Opmeer & Spanbroek op Rustenburgh — & verder op Amsterdam, dat gem. Jan Louwrensz na een weijnigh vertoeven tegen den burgermr. Clomp seijde [:] nu de overhouwers*, waar wilje se voor geeven — ik koop se voor een slaager van Amsterdam. Waar op den burgermr. Clomp heeft geandwoord aan Jan Louwrensz: ik seg uw dit voor uijt — als wij over mijn overhouwers sullen koopmanschappen soo moet gij mijn koopman weesen, want ik kan geen een slager tot Amsterdam & ik hoor veel aan de boere seggen dat 't er dan 't een & dan 't ander [/145] aan se heelt, en ik wil daar in't geheel geen doen mee hebben, als gij de overhouwers van mijn koopt, gij moet mijn koopman weesen. Waarop voorn. Jan Louwerensz seijde [:] ja ja, ik sal uw koopman weesen, en ik sal gelt bij de leverantie aan uw geeven, waar op den burgermr. Clomp teegen Jan Louwerensz seijde [:] en dan versoek ik vriendelijk dat de overhouwers schielijk weggaan — 't welk door Jan Louwerensz weder wurd beandwoord met te seggen [:] het is nogh wat in de slagt tijdt, het zal nogh een week, anderhalff week, off ten langsten over veertien dagen weesen, maar dan sullen sij altemaal wel wegh weesen — dat daar op tusschen den burgermr. Clomp & Jan Louwerensz is gekoopmanschapt in sooverre dat gem. burgermr. Clomp aan Jan Louwerensz de voorz.? sijn overhouwers ten getale van drie & seeventigh heeft verlaaten, 't stuk van seven gulden tien stuijvers & Jan Louwerensz heeft geboden seven gulden voor ieder overhouwers & wijders aan den burgermr. Clomp seggende [:] ik bied je gilt genoegh, soo kenje & seker sien hoe dat ge jouw bereede, je heb van? morgen toe tijdt, tot ik aff vaar. Vertreckende Jan Louwerensz daar op uijt 't huijs van den burgermr. Clomp — Wijders niet verklaarende.
Geeven sij deposanten voor redenen van wetenschap hun gedeposeerde selffs gehoort gesien & bijgewoont te hebben; en dat het hun deposanten als nogh in verschen geheugen is liggende wijders als in den text
Bereijd zijnde des gerequireerd deese nader met solemneele eede te bevestigen.
[enz]

*een lam, dat de winter overgehouden wordt, een schaap van ½ tot 1½ jaar, min of meer gew.; een overjarig varken; een melkkoe die men blijft melken tot een jaar lang en meer, nadat zij gekalfd heeft [https://www.ensie.nl/koenen/overhouder]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten