zondag 29 mei 2022

Naamgeving in de eerste generaties van de parenteel Ott-Herrel

Voor gezinsnummers en meer details, zie hier.

I) Ignatius Bernard Ott (? - 1752)

Zelf ondertekende hij de tot nu toe gevonden aktes consequent als "Ignatius", meestal "Ott" (1732, '40, '47 en '49), soms "Otto" (1746 en '52); de tweede naam "Bernard" —wellicht gebruikt als patroniem (d.w.z. zoon van Bernard) — blijkt uit drie RK doopinschrijvingen (1727, '29 en '32).

Zijn vierde (tot dusverre gevonden) zoon werd kennelijk naar hemzelf vernoemd. Deze Ignatius junior was derde, later tweede meester (chirurgijn) bij de VOC en ondertekenende in 1752 als "Ingenasius Otto de ijonge". Hij moet de spelling die zijn vader gebruikte hebben gekend...

De enige (bekende) vernoemde kleinzoons werden geboren bij zoon Pieter en dochter Anna Maria Ott:

  1. Pieter's eerste zoon staat in het RK doopboek ingeschreven als Barent (1750), maar staat in de VOC archieven geregistreerd als Bernard (inschrijving 1764) en Bernardus (inschrijvingen 1766 en '68, en als koper van geveilde bezittingen van overleden medebemanningsleden 1767 en '68) (zie hier). Bernardus Ott overleed 8-6-1772 als konstabelsmaat op/bij Banda (-Neira), Azië;
  2. Annemie's eerste zoon staat in het RK doopboek ingeschreven als Richardus (1761), maar dit is vermoedelijk een vergissing geweest van de inschrijver. Toen hij nèt 13 jaar was geworden, werd hij (op 5-12-1774) bij de VOC ingeschreven als Bernardus Gras. Hij overleed 6-6-1776 in Azië (waar? nazien).

Kan het niet doorgeven van de naam Ignatius en de afwijkende spelling van de naam door 'Ingenasius' te maken hebben met een mogelijke associatie met de orde der Jezuïeten (opgericht door Ignatius van Loyola)? In 1730 zou de orde (wederom) uit het huidige Nederland zijn verbannen. Ik heb hierover nog geen duidelijke informatie gevonden.

(wordt wellicht nog aangevuld)

II) Maria Cornelia Herrel (? - 1774)

Zij ondertekende met een kruis, dus het is niet bekend met welke naam zij zichzelf identificeerde. Hieronder een overzicht van hoe zij werd genoemd in de tot nu toe gevonden bronnen, chronologisch.

datum bron rol spelling naam
13-1-1727 RK doop Breda dtb 21 moeder Maria Cornelia Herrel
15-5-1729 RK doop militairen Venlo dtb 638 moeder Maria Cornelia Herlé
2-11-1731 RK doop Hoorn dtb 36 getuige Maria Cornelia Otten
1-4-1732 RK doop Hoorn dtb 36 moeder Maria Cornelia Herrel
1-11-1734 RK doop Hoorn dtb 36 moeder Maria Cornelia Herrel
4-12-1738 RK doop Hoorn dtb 36 moeder Maria Cornelia Herrel
26-12-1741 VOC soldijboek zoon Frans 14430
begunstigde Maria Cornelia Herrel
6-5-1742
Ondertrouw Hoorn dtb 58
getuige Maria Cornelia Otte
4-2-1743
RK doop Hoorn dtb 36 getuige Maria Cornelia Otthe
29-08-1749 Notarieel Archief Hoorn 2522/102 begunstigde in testament zoon Pieter Maritje Cornelis
24-04-1752 Notarieel Archief Hoorn 2421/233 assistentie minderjarige zoon Ignatius Maritje Cornelis
17-05-1752 VOC soldijboek zoon Ignatius 14452 begunstigde Marijtje Cornelis
07-09-1753 Notarieel Archief Hoorn 2445/265 testament en voogdbenoeming Maria Cornelia Herder
04-03-1754 Notarieel Archief Hoorn 2490/51 requirant attest inz. zoon Frans Maria Cornelia Herrel
16-09-1757 Ondertrouw Hoorn dtb 58 assistentie minderjarige dochter Anna Maria Herrer
10-10-1760 Notarieel Archief Hoorn 2490/301 deposant ter req. Gras-Ott Marijtje Heerel
07-02-1774
Impost begraven Hoorn dtb 109
overledene Marijtje Cornelis
09-02-1774
Begraafboek N-kerk Hoorn dtb 96
overledene Marijtje Kornelis


De kleindochters die (kennelijk/mogelijk) vernoemd werden naar hun grootmoeder Ott waren:

  • Marijtje/Maria Ott, ged. (als tweede dochter) geref. 12-1-1755 Hoorn. Zij liet zich "Maria" noemen en had geen overlevende kinderen. Haar datum van overlijden of begrafenis is niet gevonden. Zelf werd zij mogelijk vernoemd door haar broer Jan Ott. Zijn jongste dochter werd in 1801 Marijtje genoemd. (Eerste dochter heette Maartje naar beide grootmoeders, tweede dochter naar tante Aaltje Ott (toen nog ongehuwd), derde dochter naar tante Trijntje Clomp.)
  • wellicht Cornelia/Neeltje Gras, ged. (als derde dochter) RK 8-8-1770 Hoorn (get. Aafje Lesoen). De eerste dochter Jacobje werd vernoemd naar de vadersmoeder, de tweede dochter Anna (kennelijk) naar de eigen moeder Anna Maria Gras-Ott. Opvallend is dat Maria Cornelia Herrel alleen doopgetuige was in 1761 bij de eerste zoon (tweede kind), die geregistreerd werd als Richardus maar (later) Bernardus werd genoemd. Bij het eerste kind (dochter) was schoonzus Marie Jans (Ott-Sloos) getuige, bij alle latere kinderen schoonzus Aafje Gras-Lesoen. Was er (na 1760?) een conflict tussen Annemie Gras-Ott en haar moeder?

zaterdag 26 februari 2022

Kristiaen Ott, meester kleermaker te Hoogwoud in 1775


OR Hw schepenakten [5509/193] 7-4-1775 testament Kristiaen Ott (spelling handtekening), meester kleermaker, gehuwd met Ariaantje Jans Pels wonend a/d Kerkelaan te Hoogwoud



OR Hw [5502/139] 4-6-1775 Sijmen Jbz Keiser te Nieuwendam geh. Trijntje Jans Pels, dochter en mede erfgenaam 1/2 van wijlen Aaltje Mijnders Crom, in haar leven wed. Jan Pels, onlangs hier te Hw ovl.; transport tbv Christiaan Otte (spelling secretaris schepenen) mr. kleermaker alh. te Hw de helft v/e huis en erf in de Kerkelaan Hw zuidzijde, erf deels met hout beplant enz. (meer details in akte)

Gereformeerd lidmatenregister Hem 1777-1836 [7/19] (alfabetisch zonder datum) Christiaan Otte met attestatie van Hoogtwoud. obiit (daarboven: Antje Ottes)

OR Hw [5483/209] 7-12-1779 Dirk Cornelisz Glas te Hw (in Kerkelaan) in 2e huwelijk gehad hebbende Marijtje Jans Ansen (ovl. 24-5-1779); hieruit: Cornelis Dirksz Glas 14 jaar en Jantje Dirks Glas 11 jaar; ivm voorgenomen 3e huwelijk benoeming tot voogden: Christiaan Otte, den minderjarige aanbehuwde halve broeder van 's vaders sijde [was zijn vrouw "Jannetje" uit 1e huwelijk?] en Jan Coopman - beijde in Hoogtwoud woonachtig. Tevens moeders erfbewijs.

[5484/6] 8-8-1781 door het ovl. van Christiaan Otten; in zijnplaats benoemd Elbert Wijs, schoolmeester Hw. ([/80] 7-3-1786 na ovl. EW aanst. nw voogd)

(deze?) Luthers lidmatenregister Hoorn [47/123] Paas 19-4-1767 Christiaen Ottens van Leeuwaarden

(meer volgt)

Jan Pels, ;
geh.
Aaltje Mijnders Crom*
, ovl. kort voor 4-6-1775 Hoogwoud
Kinderen:

  1. Trijntje Jans Pels, ; geh. Sijmen Jbz Keiser, won. Nieuwendam 1775
  2. Ariaantje Jans Pels, ovl. Hoogwoud?; geh. Kristiaen Ott, won. Hoogwoud 1775, lidm. geref. Hem 1777? [7/19] => zie onder

(in Hoogwoud RK families Crom)

- - -

Kristiaen Jansz Ott, meester kleermaker won. Hoogwoud 1775, geb. na 1754, begr. 12-1-1781 Wieringerwaard f.2:12 ("Otte") [9/84], lidm. geref. Hem (geen datum/jaar vermeld) met att. Hoogwoud, obiit [7/19];
geh. (1) OR Hw schepenakten [5509/193] 7-4-1775 testament; (niet op alf. lidm.lijst Hoogwoud dtb 4)
Ariaantje Jans Pels, ovl. Hoogwoud?
geh. (2) voor 1778 Hoogwoud?
Jantje/ Jannetje Dirks Glas, geb. 1745 Sijbekarspel, ovl. 5-10-1826 Wwaard, d.v. Dirk [Cornelisz?] Glas en Antje Kolder, lidm. Hem (per wanneer?) met att. Hoogwoud weder vertrokken met att. naar de W'waard [7/8];zij hertr. (3) testament NA Schagen 11-5-1782 [4649/314] echtp. won. Wwrd (wed. Christiaan Jansz Otte) aanst. voogden voordochter Antje Christiaans Otte: Sijvert de Wilde (Wwrd) en Gerrit Dirksz Glas (Broek op L);
Jan Jansz Schaat, geb. 1756 Harenkarspel, ovl. 2-3-1832 Bergen, slagter 1811/ arbeider 1826;
? hertr. (4) Jannetje Dirks Glas, geb. 1767, ovl. 7-1-1825 Aardswoud Arien Dirksz Swart
Kinderen: (Hem geref.: geen Jan, Dirk / Hoogwoud dtb 2,4 geref.: geen Jan)

  1. [uit 2:] (Antje Christiaans Otte, ged. 15-3-1778 Hem, ovl. tussen 1782-'87)
  2. (Ariaantje, ged. 9-5-1779 Hem, imp.ovl. 4-10-1780 Venhuizen ovl. te Hem, aang. Christiaan Otte fl.3)
  3. [uit 3:] Geertje, ged. 16-2-1783 Wwaard
  4. Antje Jans Schaat, ged. 22-7-1787 Wwaard, ovl. 30-9-1858 Zuid-Scharwoude, naaister geh. (1) 1811 Wwaard Pieter Klz Ruiter,; geh. (2) 30-5-1838 Z-Sch Simon Blom 1777-1856


donderdag 24 februari 2022

Joris Clomp was ook veehouder

Oud-rechterlijke en weeskamer archieven Hoogwoud-Aartswoud 

[5508/144] 15-12-1761 attest ter requisitie van Joris Clomp*, burgermr. Spanbroek (geïmproviseerde transcripte) [*vader van Maartje Clomp (1762-1808), gehuwd met Jan Ott (1758-1810)]


... Antonij de Vries oud ruijm 60 jaaren en Lijsbeth Dirks jongedochter oud omtrent 24 jaaren beijde onder de heerlijkheijdt van Spanbroek woonachtigh dogh zijnde althans hier ter steede en aan ons scheepenen bekent —
dewelke ter requisitie van den heer Joris Clomp burgermr. & subst. secret. der steede en heerlijkheijd Spanbroek voorz. & aldaar woonagtigh — verklaarden hoe waar & waaragtigh is dat sij deposanten zigh op zaterdagh den 14e november jongstleeden — hebben bevonden ten huijse van genoemde burgermr. Clomp en dat sij deposanten hebben gesien dat als dan meede savonds omtrent seeven uuren aldaar is ingekoomen de persoon van Jan Louwrensz hospes ind'herberge 't Nieuw Kromhout te Opmeer & vaarende als ordinaris schipper van Opmeer & Spanbroek op Rustenburgh — & verder op Amsterdam, dat gem. Jan Louwrensz na een weijnigh vertoeven tegen den burgermr. Clomp seijde [:] nu de overhouwers*, waar wilje se voor geeven — ik koop se voor een slaager van Amsterdam. Waar op den burgermr. Clomp heeft geandwoord aan Jan Louwrensz: ik seg uw dit voor uijt — als wij over mijn overhouwers sullen koopmanschappen soo moet gij mijn koopman weesen, want ik kan geen een slager tot Amsterdam & ik hoor veel aan de boere seggen dat 't er dan 't een & dan 't ander [/145] aan se heelt, en ik wil daar in't geheel geen doen mee hebben, als gij de overhouwers van mijn koopt, gij moet mijn koopman weesen. Waarop voorn. Jan Louwerensz seijde [:] ja ja, ik sal uw koopman weesen, en ik sal gelt bij de leverantie aan uw geeven, waar op den burgermr. Clomp teegen Jan Louwerensz seijde [:] en dan versoek ik vriendelijk dat de overhouwers schielijk weggaan — 't welk door Jan Louwerensz weder wurd beandwoord met te seggen [:] het is nogh wat in de slagt tijdt, het zal nogh een week, anderhalff week, off ten langsten over veertien dagen weesen, maar dan sullen sij altemaal wel wegh weesen — dat daar op tusschen den burgermr. Clomp & Jan Louwerensz is gekoopmanschapt in sooverre dat gem. burgermr. Clomp aan Jan Louwerensz de voorz.? sijn overhouwers ten getale van drie & seeventigh heeft verlaaten, 't stuk van seven gulden tien stuijvers & Jan Louwerensz heeft geboden seven gulden voor ieder overhouwers & wijders aan den burgermr. Clomp seggende [:] ik bied je gilt genoegh, soo kenje & seker sien hoe dat ge jouw bereede, je heb van? morgen toe tijdt, tot ik aff vaar. Vertreckende Jan Louwerensz daar op uijt 't huijs van den burgermr. Clomp — Wijders niet verklaarende.
Geeven sij deposanten voor redenen van wetenschap hun gedeposeerde selffs gehoort gesien & bijgewoont te hebben; en dat het hun deposanten als nogh in verschen geheugen is liggende wijders als in den text
Bereijd zijnde des gerequireerd deese nader met solemneele eede te bevestigen.
[enz]

*een lam, dat de winter overgehouden wordt, een schaap van ½ tot 1½ jaar, min of meer gew.; een overjarig varken; een melkkoe die men blijft melken tot een jaar lang en meer, nadat zij gekalfd heeft [https://www.ensie.nl/koenen/overhouder]