donderdag 29 november 2018

Stukken bij zaak Landman 1739 tbv schepenen

Hoorn ORA 4372 [scans 180-183] geproduceerde stukken bij schepenrollen - transcriptie
Zie ook eerdere berichten:


[180b]
Exhibitium in judicio des stads Hoorn den 30 septemb. 1739 (was getekent) P.L. Velius

Eijsch gedaan maken, ende den ed.welagtb. geregte des stads Hoorn, overgegeven uijt den naem ende vanwegen Anna de Roeper, getrouwde vrouw van Aldert Lantman, wijnkoper binnen dese stadt, van desen ed.welagtb. geregte veniam agendi geobtineert hebbende, den 11 november 1739. Eijsr. contra deselve Aldert Lantman ged.

Johannes de Roodt, als procureur van de eijss. dede naar waarheijt seggen, dat de eijss. haar altoos in het huwelijk met Aldert Lantman, soo in saken de huijshoudinge concernerende als in hare levenswijse ende gedrag, tegens haare man, als een [181a] ordentelijke en fatsoenlijke huijsvrouw heeft gecomporteert,
ende alsoo geen de minste reden heeft gegeven, ofte oorsaak is geweest, waaromme sij eijss. niet hadde behooren te worden beantwoort op een wijse, overeenkomende met haar ?o?e? gedrag,
dat in plaatse van sulx de ged. gedurende haare huwelijk staat, hem dagelijx vervordert heeft, haar eijss. qualijk te bejegenen, met schelden, vloeken, slaan,stooten, onbehoorlijk te tracteren, ende alle injurieuse en onbeschaamde propoosten tegens haar te gebruijken, niettegenstaende sij eijss. den ged. altijd in't minnelijk bejegent heeft,
gelijk een vrouw met eere toestaat te doen, omme met hun lieden neeringe eerlijk met haar twee kinderen door de wereld te geraken welke alles den ged. niet considererende heeft deselve sig van tijd tot tijd tot alle debaucles en ongeregeltheden overgegeven, waar door veroorsaekt is verwaarlosinge in sijn affaires en dilapideringe van goederen,
Jae selff dat hij ged. sig soo verre heeft vergeten, dat hij sijn mannelijke liefde heeft getransfereert, aen andere met dat effect te schandelijk bij desen klaarder te denomineren, dat de ged. in plaatse van sig over sijne misbedrijven ten allen uijtterste beschaamt en verlegen te toonen,
dit alles heeft laten accompagneren, met [181b] quaadaardige dreijgementen en periculeuse brutaliteijten,
soodanig dat eijss. tot voorkominge van dangereuse gevolgen, genootsaakt is geworden, op den 15 october laastleden sig van hem te retireren, dat sij eijss. door tusschen spreken van vrinden, en raden, sig als doen wederom heeft laten permoveren op belofte nadat de ged. sijn schult en begane fauten hadde erkent van sig voortaan in alle ordentelijkheijt, als een man van eere, soo in opsigte van hemselve, als in opsigte van de eijss. te sullen gedragen,
omme de t'samenwooninge en t'samenlevinge met de ged. te hervatten, en dus tot hem weder te keeren, dog hoe seer die beloften en aannemingen daar waeren geschiet,
soo heeft de uijtkomst al wederom geleert,
dat sij eijss. in haar sinceer oogmerk door den ged. was misleijd, en bedrogen geworden, door dien hij ged. 't sedert dien tijd de eijss. met vilipendien [verachtingen], versmaedheden en kleijnagtingen soodanig heeft getracteert ende bejegent,
dat het selve voor geen vrouw te dulden ofte lijden is geweest, ome dusdanig te kunnen cohabiteren, sulx sij eijss. genecessiteert is geworden haar toevlugt te nemen tot ued.agtb. -
ende op haar serieus en waaragtigh te kennen geven, te versoeken veniam agendi tegens deselve haere man, op welk versoek alvorens finaal te disponeren, ued.agtb. hebben gelieven goet te vinden, nogmaels devia concordia te tenteren, -
[182a] ofte anders tot vermeijdinge van swaere proces en andere kosten een provisionele separatie van bed, tafel, goederen en bijwooninge te reguleren, -
welk een nog ander niet hebbende kunnen worden geschikt, -
is aande eijss. de versogte veniamagendi verleent geworden, -
mits welke en andere redenen en middelen ten processe nader te deduceren ofte te allegeren op gem. procureur in naem als boven, eijsch doende concludeert, dat de ged. bij vonnisse van desen ed.welagtb. geregte sal worden gecondemneert, omme met de eijss. te procederen tot schiftinge en scheijdinge van de goederen ten wedersijden ten huwelijk aengebragt, ende alsoo aan de eijss. te extraderen ende te laten volgen alle soodanige goederen soo meubile als immeubile, als sij eijss. ten huwelijk heeft aen en ingebragt, omme daar mede te mogen handelen, als vrije en eijgen goederen, sonder in 't een of ander de authoriteijt of magt van haer man onderworpen te zijn, ofte die benodigt te hebben, ende bij soo verre de revenuen van haar eijss. capitaal niet bevonden mogten worden sufficient, omme daaruijt voor de eijss. en haar driejarig kint, genaamt Thomas Landman, een ordentelijk onderhoud en bestaan te kunnen erlangen, hij ged. sal worden gecondemneert uijt de revenuen van sijn capitaal en de winsten van sijn negotie, 's jaerlijx tot supplement aan de eijss. soo veel te contribueren als ued.agtb.nae examinatie en bevind van saken sullen gelieven te arbitreren dat mede bij vonnisse [182b] als voren, de eijss. en ged. van den andere sullen worden gesepareert, quo ad mensam et thorum [van tafel en bed], dit alles egter bij provisie et sub spe neconciliationis, en dat gedurende dese separatie den een tot lasten van den andere geen schulden sal mogen maken, en die almakende, dat den een voor des andere schulden in geenen deelen aansprakelijk sal sijn, en dat daarvan sal worden gedaen publicatie en affixie in ordinaria forma, wijders bij provisie, dat de ged. sal worden gecondemneert, hangende dese proceduren, aan de eijss. en haer voorn. kint te geven behorlijke alimentatie, en uijttereijken de kosten nodig tot uijtvoeringe van desen processe, mitsgaders ilico aan haar eijss. te laten volgen alle haere klederen, van linden, en wolle, goud, silver, juweelen, en generalijk alles wat tot haar eijss. en voorn. haar kints lijve is behoorende, makende mede eijsch van kosten ofte tot alen andere &c. -
(was getekent)
C. Kaiser adv.
J.D.Roodt pr.

- - - - -

Aan de edele grot agtbare heeren schout, burgermeesteren en schepenen der stadt Hoorn -
Geven met behorlijk respect te kennen Marijtje en Antje Alders Sevenhuijs, volle moeijen van 's moeders sijde van Allart Lantman, wijnkoper alhier, dat als op den 6e november 1739 aan hem Lantman was geexploicteert seker appointement van comparitie van den ed.agtb. gereghte, ten selven dage verleent, op de reueste van sijn vrouw Anna de Roeper, daarbij versoekende tegens haar voorn'de man venia agendi hij Allart Lantman ten uijtersten is ontroert en ontstelt geworden, en wel te meer als hem Lantman, na voorsz. gehoudene comparitie, welke re infecta gescheijden was, voorgekomen is, dat de versoghte venia agendi op sijn vrouw sub en obrextieff? te kennen geven was verleent geworden, alsmede dat sijn vrouw haer met haar jongste kindt van hem dadelijk, eijgener aucthoriteijt, sonder eenig decreet van den reghter heeft gesepareert haar verblijff genomen hebbende bij eenen Marijtje Carels, en soo de spraek gaet, nu een huijs op de Italiaanse Zeedijk tot haar afgesonderde wooningh, heeft in gehuurt, en eijndelijk dat hij Lantman immediaat na het vertrek van sijn vrouw hem heeft bevonden te sijn ontbloot van veele sijne praetieuse meubile goederen van linnen, wolle, gout en silver mitsgaders porceleijnen van sijn ouders hem aanbestorven en bij hem aangekogt, ook van sijn gemunt gout en silver;
Dat gemelde Allart Lantman alle voorsz. saken soo sterk ter harte heeft genomen, dat hij althans sinneloos en buijten verstant is geraakt, in diervoegen dat hij door twee manspersoonen bewaert moet worden,sijnde hij mitsdien geheel onmagtigh sijn goederen te administreren, en sijn reght, het sij active, het sij passive tegen sijn voorn'de vrouw waartenemen, (en vermits voorn'de Lantman [183b] op saterdagh den 28 deses tegens heden door gemelde Anna de Roeper is gedagvaert, om ter rolle alhier eijsch te aanhooren), soo is't dat de suppl'ten haer tot uw ed.gr.agtb. keeren, reverentelijk versoekende, dat Gerrit Dijkterman [m.z. Dijterman], Johannes Edingh en Jan Hoek susterlingen [zusterskinderen, d.w.z. oomzeggers; AL had echter slechts een kinderloze zus] en dus naastbestaande vrienden van hem Lantman, mogen worden gestelt en gecommitteert tot curateuren over de persoon en goederen van deselve Lantman, en mits dien om sijn reght in alles waartenemen;
Eijndelijk mede Nicolaas Waardenburgh, als voor desen in huwelijk hebbende gehadt de suster van meergem. Lantman ter fine om de wijn en brandewijn negotie te administreren, sijnde alle voorsz. vier persoonen mede burgeren en inwoonderen binnen uw ed.gr.agtb. stadt; - (onderstond)
'T welk doende &c. (was getekent,)
Marijtje Allars Sevenhuijs, Antje Allars Sevenhuijs
(volgt apostil)

- - - - -

Burgermeesteren ende schepenen, (sijnde de heer hoogschout vermits in dispositie niet praesent) gesien de nevenstaande requeste, hebben bij provisie Gerrit Dijterman, Johannes Edingh, Jan Hoek, en Nicolaas Waardenburg bij de requeste gemeld gequalificeert omAllart Lantman te adsisteren en desselvs interest in alle voorvallende saken ten meesten nutte te bevorderen. - Actum den 30 november 1739.
(onderstond) in kennisse van mij (was getekent)
P.L. Velius

Geen opmerkingen:

Een reactie posten